V.D.S. 1 - Voorst 1

V.D.S. 1.............. 1920 - 1863 Voorst 1......... 2½-5½
Richard van Tienhoven. 1925 - 2061 Rudy Bloemhard.... 0-1
Jaap Staal............ 2059 - 1865 Michiel Jansen.... ½-½
Remco Pihlajamaa...... 1902 - 1914 Jeroen Bosch...... ½-½
Kees Greevenbosch..... 1890 - 1862 Lûtsen Dooper..... ½-½
Henk Greevenbosch..... 1872 - 1818 Jacques Kuiper.... ½-½
Harm Schooten......... 1891 - 1871 Marcel Kraaijkamp. 0-1
Brt Meester........... 2009 - 1825 Paul Tulfer....... 0-1
Diderick Holtland..... 1815 - 1686 Henri Jansen...... ½-½

We hebben het geflikt! Oningewijde types zouden het wellicht kunnen betitelen als Het Wonder Van Beekbergen, maar ik weet natuurlijk beter. Als degradatiekandidaat ben je de duidelijke underdog als je tegen de koploper speelt, maar ik had van tevoren al gerekend op een overwinning.

De teamleider van Vriendschap Door Strijd 1, Henk Greevenbosch, riep het bij zijn openingstoespraak nog even in herinnering voor degenen met een haperend lange termijngeheugen (zoals ik): Vorig seizoen hadden we ook al van dit team gewonnen. Weliswaar hadden we toen nog de beschikking over Sven Pronk, die toen in recordtijd George van den Esschert versloeg. Sven zijn we dit seizoen kwijt, maar ook George speelt niet meer mee. Dus moesten we toch weer kunnen winnen?

Al vrij snel zag het er rooskleurig uit. De meeste borden bij ons stonden prima. Goede stellingen, beter thuis in de openingsvarianten, minder tijd verbruikt. Alleen bij Michiel is er de eerste drie uur nooit iets van te zeggen. Zijn sluipmoordenaaraanpak komt pas in het vierde uur tot volle ontplooiing. Paul Tulfer zorgde voor het eerste punt. In een lange theoretische variant bleek hij duidelijk beter op de hoogte dan zijn sterke tegenstander. Dat kwam doordat er na zetverwisseling ineens een voor zijn opponent onverwachte variant op het bord was gekomen. Als ik het goed heb gezien plaatste Bert Meester een schijnoffer, maar overzag iets, waardoor Paul het extra stuk kon behouden. De Apeldoornse Voorstenaar kreeg ook nog een winnende koningsaanval en won met een prachtige zet. Dat was natuurlijk een enorme opsteker voor ons team. Ik zorgde daarna voor het tweede punt. Mijn tegenstander nam risico's in de opening, maar dat pakte niet helemaal goed uit. Hij bleef met een stelling zitten die heel lastig te spelen was, terwijl ik met eenvoudige middelen vorderingen kon maken. Dat leidde tot een voor mij winnende koningsaanval. Marcel Kraaijkamp zorgde daarna voor het derde punt. Ook hij was prima uit de opening gekomen en kon een krachtige koningsaanval op touw zetten. Het leek nog niet zo eenvoudig, maar zoals het ging won hij het overtuigend. Jeroen was ook al met voordeel aan het schaken. Kennelijk zag hij niet hoe hij vorderingen zou kunnen maken in een stelling met ongelijke lopers, hoewel hij een pion had gewonnen. Zijn tegenstander kon het remiseaanbod niet weigeren. Jacques Kuiper had de onnauwkeurige openingsaanpak van zijn tegenstander heel goed uitgebuit en groot voordeel gekregen. Op het moment dat hij winnend voordeel leek te hebben kon hij zetten herhalen. Met het oog op de stand aan de overige borden leek het hem het verstandigst om de remise te pakken. Daarme was het eerste matchpunt een feit. Lûtsen Dooper had ook kansen op een vol punt. Op een gegeven moment had hij een dame tegen twee torens en hij kon ook zettenherhaling afdwingen. Ongetwijfeld eveneens met een blik op de stand gericht pakte hij deze mogelijkheid. Daardoor was de overwinning binnen! Maar het was nog niet afgelopen. De gebroeders Jansen probeerden het meeste uit hun contributie te halen, zoals Henk Greevenbosch snedig opmerkte. Het was goed te zien dat Michiel met een sterke schaker te maken had. Vaak tovert hij in het vierde uur een konijn uit de hoed, waarna ineens een gewonnen eindspel op het bord verschijnt. Maar dat zat er nu zeker niet in. Een toreneindspel met een pion minder leek onhoudbaar. Waarschijnlijk had de tegenstander ook een beetje pech, maar Michiel ging er nog eens flink voor zitten (zoals we dat van hem gewend zijn) en vond een prachtige remisewending. Henri had een stuk moeten offeren, nadat hij eerst heel goed had gestaan. Ik gaf daarna weinig voor zijn kansen. Maar toen ik later keek, had hij drie pionnen voor een paard en goede winstkansen. Maar als je vijf uur lang geconcentreerd zit te schaken is het soms gemakkelijker om naast het bord alles zogenaamd beter te zien. En misschien was het ook wel niet te winnen. Het scheelde in ieder geval heel weining.

Een prachtige 2½-5½ overwinning op sympathieke tegenstanders die daardoor hun kansen op een kampioenschap flink hebben zien verkleinen. En de uitslag had zelfs nog hoger kunnen uitvallen. Kennelijk zat vandaag alles eens een keertje mee. Twee heel belangrijke matchpunten voor ons, maar we zijn er nog niet. De volgende ronde tegen SMB 1 zal een hele dobber worden. Misschien kunnen we in de laatste ronde tegen Doetinchem 1 nog punten pakken. Het blijft spannend.

Rudy Bloemhard
teamleider Voorst 1